Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want ook ons is het Evangelie verkondigd, [4]gelijk als hun; maar het woord [5]der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet [6]gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. 4. Namelijk ten tijde van Mozes en van David, waarvan hij tevoren had gesproken. Waaruit blijkt dat de zaligheid in het Oude Testament niemand is medegedeeld dan door de leer des Evangelies. Zie ook Joh.8:56; Hand.15:10,11; hfdst.11. 5. Grieks des gehoors; dat is, der prediking, waardoor het gehoor des woords komt, gelijk Jes.53:1; Rom.10:16. 6. Dat is, gevoegd, vergezeld, gelijk dingen, die men mengt, bij elkander worden gevoegd.